Show last authors
1 (% class="row" %)
2 (((
3 (% class="col-xs-12 col-sm-8" %)
4 (((
5 (% class="jumbotron" %)
6 (((
7 (% class="container" %)
8 (((
9 Een laag bestaat uit bijzondere bestandsdelen wanneer meer dan de helft van het volume uit speciaal materiaal bestaat. Dat materiaal kan natuurlijk of antropogeen in de natuur zijn. Een laag bestaande uit speciaal materiaal wordt minder uitgebreid beschreven dan een laag die bestaat uit bodem of rots. Hieronder zijn de categorieën bijzondere bestandsdelen en hun beschrijvingen te vinden.
10 )))
11 )))
12
13 = Ongebroken beton =
14
15 Anthropogeen materiaal: beton dat niet als puin is geclassificeerd, bijvoorbeeld een betonnen plaat.
16
17 = Geotextiel =
18
19 Anthropogeen Materiaal: textiel en lagen die worden gebruikt in grondverbetering, meestal gemaakt van plastic.
20
21 = Gebruikt hout =
22
23 Anthropogeen materiaal: hout of houtachtig materiaal dat is gebruikt. Voorbeelden zijn rijstmatten, funderingstapels, shoring, scheepswrakken.
24
25 = Houtskool =
26
27 Anthropogeen materiaal: verkoolde overblijfselen van hout door verbranding, meestal gebroken stukken.
28
29 = Afval =
30
31 Anthropogeen materiaal: niet-gespecificeerd huishoudelijk afval.
32
33 = Menselijk kalk =
34
35 Anthropogeen Materiaal: op kalk gebaseerd menselijk gemaakt materiaal zoals gebluste kalk of kalk identificeerbaar als een mengsel.
36
37 = Vulmateriaal met plastic =
38
39 Anthropogene Materiaal: vulmateriaal met een laag specifiek gewicht dat voornamelijk bestaat uit kunststoffen en vergelijkbare stoffen, met geëxpandeerd polystyreen als een voorbeeld.
40
41 = Vulmateriaal met stenen =
42
43 Anthropogeen materiaal: vulmateriaal met een laag specifiek gewicht dat bestaat uit door de mens gemaakte steenachtige materiaal. Voorbeelden hiervan zijn BIM's, geëxpandeerde kleipellets, flug en schuimbeton en schuimglas.
44
45 = Houtige plantenresten =
46
47 Natuurlijk materiaal: de houtachtige, onverteerde overblijfselen van planten, zoals stengels, takken en houtachtige wortels.
48
49 = Niet houtige plantenresten =
50
51 Natuurlijk materiaal: de niet-houtachtige, onverteerde overblijfselen van planten, zoals hourlets, rietstoelen en bladeren.
52
53 = Puin =
54
55 Anthropogeen Materiaal: Bouw- en sloopafval, vaak een mengsel van steenachtige materialen gemaakt of gewerkt door de mens.
56
57 = Bodemmixtuur =
58
59 Anthropogeen Materiaal: een mengsel van de grond op het terrein met een materiaal zoals cement of waterglas. Waterglas zelf is hier ook opgenomen.
60
61 = Stenen =
62
63 Anthropogeen Materiaal: stenen van natuurlijk materiaal dat als ballast of dump rock is gebruikt of zijn het bijproduct van mijnwerkzaamheden.
64
65 = Verbrandingsresten =
66
67 Anthropogeen materiaal: minerale verbrandingsresiduen met een diameter variërend van minder dan 63 μm tot meer dan 2 mm.
68
69 = Fijne verbandingsresten =
70
71 Anthropogeen materiaal: minerale verbrandingsresiduen met een diameter vergelijkbaar met die van Silt en Lutum (minder dan 63 μm).
72
73 = Matig groffe verbrandingsresten =
74
75 Anthropogene materiaal: minerale verbrandingsresiduen met een diameter vergelijkbaar met die van zand (0,063 tot 2 mm).
76
77 = Groffe verbrandingsresten =
78
79 Anthropogene materiaal: minerale verbrandingsresiduen met een diameter groter dan 2 mm.
80
81 = Verhardingen =
82
83 Anthropogene Materiaal: materiaal dat wordt gebruikt voor de bedekking van wegen en erven. Voorbeelden zijn asfalt, betonnen straatstenen, gemalen klinkers en tegels.
84
85 = Verweerde blokken =
86
87 Natuurlijk materiaal: een rotsblok dus verweerde dat het materiaal volledig wordt verpulverd en kan doorboren worden.
88
89 = Referenties =
90
91 * BRO-Catalogus Geologisch booronderzoek versie 0.99 – 25 maart 2020
92 )))
93
94
95
96 (% class="box" %)
97 (((
98 **Contents**
99
100 {{toc/}}
101 )))
102 )))
TerraIndex